In Putten ligt bijna alles aan een bosrand, behalve het stamcafé waar Janny en ik terechtkwamen. Café ‘De Bosrand’. Die ligt aan de Gardenseweg waar we net bij het plaatselijke tankstation de gehuurde aanhanger hadden teruggebracht. We hadden trek en bovendien een nijpend tekort aan cafeïne. We liepen de kroeg binnen op zoek naar bediening. Even verderop zaten twee oudere mannen een spelletje backgammon te spelen. Er stond een vrouw toe te kijken. Met haar rug naar ons toe. Wij stonden inmiddels aan de bar en keken om ons heen. Een stamgast kwam met een leeg glas bier van het terras naar binnen gelopen. “U wordt zo geholpen hoor, de dame komt er zo aan”, terwijl hij wees in de richting van de vrouw bij de de backgammon spelende heren.

Terwijl de stamgast zich weer bij zijn twee metgezellen op het terras voegde, draaide de vrouw zich om en zag ons staan. Met een brede glimlach van veel te witte tanden verwelkomde ze ons. “Goedemiddag! Wat kan ik voor u doen!?”, zei ze overenthousiast maar gek genoeg niet storend. Het leek, net als haar fel gekleurde outfit bij haar te horen. Janny vroeg of we iets konden eten. “De keuken is helaas gesloten in het weekend”, zei ze met dezelfde Stepford wife glimlach.

We bestelden koffie en ik haalde uit de auto een paar stroopwafels, die ik voor onderweg had meegenomen. We gingen buiten op het terras zitten. De vrouw kwam bijna tegelijk met de koffie aan en vertelde dat ze wel heerlijke appeltaart met slagroom kon serveren. Ik liet haar de stroopwafels zien en stak ze opzichtig in mijn zak onderwijl heftig ja knikkend als antwoord op de appeltaart mogelijkheid. Inmiddels had ik mij spreekapparaat (TruTone emote) gepakt en vroeg om een dubbel portie slagroom aangezien Janny zonder nam. Dat kwam ons op een bulderende lach te staan. Wederom zou het belachelijk hebben geklonken uit elke andere mond, maar niet uit de hare. Hoewel we de uitputting nabij waren, werkte haar overweldigende vrolijkheid nogal aanstekelijk.

Plotseling zei ze dat ik haar aan haar overgrootvader deed denken. Het zal je maar gezegd worden. Ze zag mijn opgetrokken wenkbrauw en vervolgde snel: “Ik bedoel. Ik dacht al. Waar blijft dat apparaatje. Mijn overgrootvader had ook een gaatje in zijn keel en gebruikte ook een apparaatje om te spreken. Vandaar.” Ik vertelde haar dat ik het nog slechts tot grootvader had geschopt. “Oh..hahaha! Dan ben je vanaf nu mijn overgrootvader!”

Tijd om te gaan.

Voordat we in café ‘De Bosrand’ terecht waren gekomen, hadden we al een hectische ochtend achter de rug. Janny (mijn eerste ex-vrouw) had een tijdje geleden gevraagd om haar te helpen. Behalve mijn ex, is Janny ook al ruim vier decennia één van mijn beste vrienden. Nu vind ik het sowieso lastig om hulpvragen te weigeren, maar bij Janny komt dat zelfs in het geheel niet bij me op. Ik zal u de details besparen maar de rit ging van Hilversum naar Putten. Van Putten naar Vaassen. Van Vaassen naar Hilversum. Van Hilversum naar Putten en weer naar Hilversum. En dat alles met doel om een aanrechtblad van vier meter in een flat in Hilversum te krijgen. Mooie puzzel, nietwaar?

Ik heb deze klus – waar ik huizenhoog tegenop zag – dragelijk gemaakt door mijzelf wijs te maken dat het zowel een goede mentale als fysieke test was. Aankomende maandag ga ik namelijk met een flink deel van mijn familie naar Beekse Bergen. Van maandag t/m vrijdag zal mijn uithoudingsvermogen dagelijks op de proef worden gesteld. De test doet niet veel goeds vermoeden, al zijn de omstandigheden in Beekse Bergen aanmerkelijk gunstiger.

En anders is er vast wel een ‘bosrand’ waar ik kan neerzijgen.

 

Disclaimer: Lees gratis, doneer vrijwillig.

Met trots aangedreven door WordPress


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *