Menno Voorwinde, 2 augustus 2025
Iemand op het sociale media platform BlueSky plaatste een bericht over rookworst. Ik las het en volslagen onverwacht liep het kwijl me uit de mond. Herinneringen aan de geur van Hema rookworst vulde mijn hoofd. Het papieren zakje, vet dat het papier donker kleurde, vette vingers en een verbrande tong door het knappen van het velletje na de eerste hap van de hete, halve warme worst. Het kwijl werd een plas.
Ik ben nu al (pas) vijf jaar vegetariër en mijn reukvermogen bestaat niet meer door de aanleg van een keelstoma dat de ademmogelijkheden via mijn neus volledig heeft afgesneden. En, zoals u weet, is een controleerbare nasale luchtstroom essentieel om aroma’s op te kunnen snuiven. Ik werd overrompeld door de krachtige herinnering aan die specifieke geur die mij deed watertanden. Een kettingreactie van geurexplosies vulden mijn hoofd. Shoarma, salami op pizza’s, gebakken karbonades, frikandellen, satékroketten en nog meer vlezige geurporno. Het was duizelingwekkend. Voor een paar minuten werd ik volledig verzwolgen door een aromatsunami. Geursurfend op de golven van gesmolten dierlijk vet.
Voor een paar heerlijke minuten had de geurherinnering aan een halve warme worst, mijn geweten volledig weten uit te schakelen. Schaamteloos genot veroorzakend.
Maar zoals dat meestal gaat met genot, was het van korte duur. Met een woedende tegentsunami nam mijn geweten mijn hoofd weer over. In snel tempo werd mijn brein herbevolkt door beelden van afschuwelijk dierenleed. Van brandende megastallen tot het gekrijs van varkens in doodsangst in slachthuizen. Het geloei van koeien waarvan hun kalfjes worden weggerukt zodat de melkproductie optimaal uit de uiers geperst kan worden. De beelden van aangevreten kippen door soortgenoten omdat ze te dicht op elkaar zitten. Pluimvee dat met stokken lamgeslagen de vernietigingskampen in wordt gedreven. Varkens die bezwijken aan de hitte in overvolle trailers wachtend onder bruggen tot een volgende cabine hen op komt halen. Om van de plezierjacht nog maar te zwijgen. De voorbeelden zijn overweldigend in zowel omvang als in gruwelijke wreedheid.
Nog meer dan mijn onmachtige woede over zoveel toegestaan en gelegitimeerd dierenleed, is mijn somberte over de weerbarstige wegkijkcultuur die bezit heeft genomen van de doorsnee consument. Zowel bewust als voorgelogen. In alle gevallen wordt dierenleed gemakkelijk weggewuifd, want de BBQ moet branden. En vegetariërs zijn mietjes. Vlees is gezond en de geest van Joris Driepinter waart nog steeds rond. Die mythe is maar niet te ontkrachten. Vlees eten is allang niet meer nodig en het houdt een industrie in stand die qua wreedheid zijn gelijke niet kent. De mens is de enige diersoort die borstvoeding van een andere soort drinkt en de koe betaalt daar een afschuwelijke prijs voor. Kalf na kalf moet zij baren om maar melk te blijven produceren. Kalveren die, weggerukt bij hun moeder, meestal eindigen in het slachthuis.
Maar ik vertel u waarschijnlijk niks nieuws.
De rol van kruisvaarder past me niet, dus veel verder in de strijd dan het geschreven woord, zul je mij niet aantreffen. Ik heb het al druk genoeg met mijn eigen geweten. Dat is namelijk een compromisloze stalker. Heel af en toe kan ik ‘m tijdelijk uitschakelen (vraag niet hoe, ik heb geen idee), want tussen mijn kruin en kin, moet alles kunnen. Werkelijk alles. Iedereen heeft een eigen pervers universum onder het schedeldak. En dat moet ook. Het geweten moet ervoor zorgen dat het daar blijft, ook als het je de ruimte geeft om even te kunnen genieten van al wat fout is. Dankzij een simpel berichtje op BlueSky bevond ik me heel even in een aromabordeel.
En het was lekker.
Geef een reactie