Menno Voorwinde, 18 december 2025

Ruim twee weken geleden schreef ik een stukje over de hel van een flinke blaasontsteking. Mocht je het hebben gemist, hier is de link.

Wat ik toen nog niet wist, was dat ik aan den lijve zou ondervinden wat overbelasting van de zorg kan aanrichten. Mijn vertrouwen in de zorg is nog steeds groot en mijn bewondering voor de mensen die daarin werken grenzeloos, maar niet meer vanzelfsprekend. Maar laat ik de draad oppakken waar ik gebleven was in voornoemd stukje, maar wat ik toen nog niet wist. Na enkele dagen antibiotica kreeg ik enorme uitslag in de vorm van rode vlekken op allebei mijn benen. Het jeukte niet en het deed geen pijn, maar leek me toch niet de bedoeling. Enfin, via het zorgportaal foto’s opgestuurd en ik kreeg vrij snel een afspraak bij een huisarts die ik niet kende, maar wel bij het collectief, waar ik cliënt ben, aangesloten is. Na het consult besloot hij de foto’s door te sturen naar de dermatoloog.

Ondertussen had ik ook mijn urine moeten inleveren om de bacterie te identificeren die verantwoordelijk was voor de blaasontsteking. Ik noem hem zelf de ‘gillettebacterie.’ Enfin, na een week en twee zeppelinpillen per dag verder, kreeg ik bericht dat deze antibiotica niet werkt tegen de inmiddels geïdentificeerde gillettebacterie. Ik kreeg dus een andere antibiotica voorgeschreven. Door weer een andere huisarts uit het collectief. Inmiddels was er zoveel niet echt soepeltjes verlopen (understatement), dat ik mijn overdreven vertrouwen in de zorg opzij zetten en me verdiepte in de bijsluiter (de horror).

Het kan maar zo zijn dat ik daarmee mezelf onherstelbare inwendige schade heb bespaard.

Deze antibiotica mocht absoluut niet gebruikt worden door mensen met een haperende leverfunctie. Nu heeft mijn lever zelfs moeite met haperen, waardoor deze altijd ontzien moet worden bij nieuwe medicatie. Dit staat met koeienletters in mijn dossier die voor alle medische zorgverleners in te zien is. Wederom kon ik terug naar de huisarts. Via de assistent kreeg ik een alternatieve antibiotica die hetzelfde werk verricht, maar vitale organen ontziet. Uitleg en excuses bleven achterwege.

Inmiddels twee weken verder heb ik wederom, op verzoek van de dermatoloog, mijn plas moeten inleveren. Er bestaat namelijk een kans dat de allergische reactie komt door een gevluchte bacterie naar mijn nieren. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn, aldus de dermatoloog. Aankomende maandag moet ik wederom een plasje inleveren. En eigenlijk moet ik dan ook bloedprikken, maar de priklocatie zit volgeboekt tot 31 december. Althans voor de nuchtere ochtendprik, die van mij wordt verlangd. Naar aanleiding van die twee uitslagen kan worden bepaald of er inderdaad iets mis is met mijn nieren.

Al mijn klachten zijn inmiddels verdwenen. Dat wil zeggen: geen koorts, geen uitslag, geen pijn. Maar wel een enorm energieverlies en een algemeen gevoel van fysiek onbehagen. Dat klinkt vaag en dat is het ook. Het gevoel dat je moet overgeven maar dat het nét niet doorzet, is de beste omschrijving die ik bij dat gevoel kan geven. Ik heb salvo’s aan spierkrampen van vingers tot kuit en onder mijn voeten. Op de meest onverwachte momenten. Gisteren stond ik in de dichtbevolkte kerstmarkt van de Intratuin rekoefeningen te doen tegen een houten pilaar vanwege zo’n krampaanval. Het moet een komisch schouwspel zijn geweest. Al met al weet ik niet eens zeker of dat met een eventueel verstoorde nierfunctie heeft te maken.

Waarom mijn loyaliteit aan mijn huisartsenpraktijk nog overeind blijft, heeft een historische reden. Eenentwintig jaar geleden was mijn huisarts dr. Sprey. Ik kreeg thuis een maagbloeding en binnen no-time zorgde hij ervoor dat ik met ambulance naar het ziekenhuis werd vervoerd. Levensreddende actie. Sprey had al mijn onvoorwaardelijke vertrouwen. Hij was al de gezinshuisarts bij de geboorte van mijn oudste dochter, veertig jaar geleden. Vlak na zijn levensreddende actie, ging hij met pensioen en droeg zijn praktijk over aan dr. Verlaere die zich aansloot bij de huisartsenpraktijk waar ik aldus mee naartoe verhuisde. Zij was degene die een vermeend vetbultje in mijn hals verdacht vond en mij doorstuurde naar een specialist. Het bleek de snelgroeiende tumor van zes centimeter te zijn die zich om mijn stembanden had gekruld en de omliggende lymfekliergebieden had besmet. Het bleek een levensreddend besluit van dr. Verlare. Ondertussen vormde zij een duo met een andere huisarts (mijn huidige), die daardoor mijn vertrouwen overerfde. Dr. Verlare verdween plotseling en zonder uitleg uit de praktijk en mijn huidige huisarts nam al haar taken over.

Zij heeft zich, vermoed ik, niet bemoeid met dit specifieke medische geval, want de huisarts die ik moest bezoeken bevolkte haar praktijkkamer. Het zal aan me blijven knagen dat mijn dossier niet is geraadpleegd voordat ik nieuwe medicatie voorgeschreven kreeg. Daar moet ik een verklaring voor krijgen.

Anders is mijn vertrouwen niet meer uit te deuken.

Disclaimer: Lees gratis, doneer vrijwillig.

Met trots aangedreven door WordPress


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *