
Menno Voorwinde, 28 mei 2025
De beste column die ik dit jaar las is de column ‘Koppen Dicht’ van Carolina Trujillo.
‘Koppen Dicht’ beschrijft grotendeels – nee, hélèmáál verdorie – hoe ik me tegenwoordig verhoud tot de wereld van nu. De wereld van nu die mij vaker met afschuw vervult dan met vreugde. Net als Carolina Trujillo verdraag ik de brulapen niet meer die hun valse retoriek steeds harder herhalen. Als golven die inbeuken op een rots tot hij murw is geërodeerd. Het is kortsluiting, overdaad, machteloosheid en brute leugens op herhaling. We kunnen niet meer. We willen stilte. Geen bommen horen vallen. Geen beelden meer van waar bommen zijn gevallen. Geen ruïnes. Geen megafoons die haat uitspuwen op het ritme van een elpee die blijft hangen. Geen knallen uit geweren. Geen vogels die plotseling uit de lucht vallen, maar gewoon doorvliegen naar hun bestemming.
Geen geschreeuw van lammetjes, kalveren en biggetjes die bij hun radeloze moeders worden weggerukt, om op borden terechtkomen van hen die de ogen liever sluiten. Maar die springen in de wei, drinken bij hun moeder en verdriet pas ervaren als hun moeders een natuurlijke dood sterven. Ik wil niet meer luisteren naar de leugens van boeren, big agro en hun wraakpartij BBB, die zonder schaamte de meeste mensen een rad voor ogen draait. Diepe graaizakken en vlees op de barbecue zijn valse heiligen. Ik wil hun leugens niet. Ik wil ze niet meer horen. Ze brengen niets dan leed. Het kan ze niet schelen. Ik verdraag niet langer het gerinkel van hun kassa’s.
Ik wil de oergeluiden niet meer horen van de fakkel- en hooivorkdragers die achter de grootste schreeuwlelijk aanlopen. Ik wens ze de stilte van een boek. Welk boek dan ook, zolang het de kaken op elkaar doet houden. Ik gun hun kinderen goed onderwijs, zodat ze straks weten dat een kapotgeschoten wereld nooit mooier is dan een wereld die in vrede kan groeien. Die niet vergiftigd wordt door mensen die slechts munten in een bodemloze put gooien. Want de magen van hebzucht hebben geen bodem, maar wel tomeloze honger. Ik wens onze kinderen leiders die de weg wijzen en hen niet doodlopende straten in meppen.
Hoeveel mooier is de vervoering van een danser? Een concert? Of van een intens gesprek onder een lamp, met twee stoelen en een tafel dat je in je woonkamer op de bank houdt? Hoeveel mooier is dat dan overal afvlakkende talkshows waar grote monden rouleren. Waar presentatoren sneller worden gewisseld dan hun gasten. Waar onwaarheden waarheden worden omdat ze niet worden tegengesproken. Waar vals eigenbelang een vrije doorgang heeft. Ik kan ze niet meer aanzien.
De oorlogen, de ruzies, de brulapen, de bommen, het leed, de onmacht, de honger, de dorst, het gif, de smog, de kloven. Ze ontnemen ons alles. Maar vooral levensvreugde. En dat is nog het ergste van allemaal. Want leven is wél heilig en verdient om in geluk te worden volbracht. In vrede. Voorspoed kan niet worden afgedwongen, het is individueel. Iedereen verdient zijn eigen geluk. Zo lang hebben we niet meer, want het dekbed van dreigende vernietiging wordt steeds zwaarder. De donsvulling wordt stelselmatig vervangen door lood.
Ik kan mij herinneren dat ik als kind aan de Spaanse kust in een kamer sliep met een openslaand raam waar de zeegeluiden zachtjes mijn kamer binnendrongen. Ik lag onder een licht opwaaiend laken. Zo wil ik slapen. Een zacht briesje dat fluisterend onder mijn spierwitte laken kroop en kleine golfjes maakte. Vredig, onschuldig geluk.
Ik wil dat voor iedereen.

Geef een reactie