Menno Voorwinde, 13 augustus 2025
Ik ben al een paar jaar theedrinker. Ik geef toe, met rietsuiker, want zonder suiker is het echt niet te zuipen. Ik begin ’s ochtends met twee keer een dubbele espresso – ook met rietsuiker – omdat koffie zonder suiker ook niet te zuipen is. En, geloof me, ik heb het geprobeerd. Twee maanden heb ik het volgehouden. Koffie en thee zonder suiker. Niet te doen en een regelrechte aanslag op mijn levensvreugde. Ik hoor u denken: “wat een leeg leven heb je dan als je daar over moet schrijven?” Ik kan u zeggen: dat klopt. Tenminste als het daar over zou gaan, maar dat is gelukkig niet zo. Het is een aangename inleiding tot iets véél belangrijkers.
De vraag die het theezakje me stelde.
Ik ben het niet gewend dat theezakjes mij vragen stellen. Ik koop normaal gesproken de goedkoopste variant. Meestal het huismerk van de bezochte supermarkt. Door een afwezige geest had ik dit keer de Pickwick variant gekocht. En die zakjes stellen vragen. Ik had daar wel eens een lamlendige reclame over gezien. Een of andere thuiswerker die een ‘video-meeting’ onderbreekt omdat er een kat over zijn laptop loopt en daarom maar even thee gaat zetten. Daarna onderbreekt hij de video meeting. Dat kwam door de vraag die aan zijn theezakje hing. Als ik het me goed herinner was het zoiets als: ‘wie is jouw superheld?’ Of iets in die trant. Hij moet ‘natuurlijk’ meteen aan zijn oma denken en gaat haar bellen. Oma was totaal verrast. Ik had meteen een hekel aan die eikel. Een theezakje nodig hebben om je oma – die ook nog eens je superheld is – te bellen!
Maar goed. Terug naar mijn theezakje.
Daar moest ik wel even over nadenken. En ik werd niet blij van mezelf. De lagere school was makkelijk. Dat was juf van Ingeren. Aan de rest had ik een bloedhekel. Met als ongekroonde koning van mijn haat: De Directeur. Meneer van Seventer. De haat was wederzijds. Mede dankzij mijn vader die hem regelmatig het leven zuur maakte. Maar dat is weer een ander verhaal.
Na de lagere school wordt het moeilijk. Tot mijn schrik ben ik geheel of gedeeltelijk de namen vergeten van mijn lievelingsleraren toen ik op de MAVO zat, terwijl ik nog wel de namen weet van alle andere leraren. Ik had meerdere leraren en leraressen waar ik graag naartoe ging. Ik kan me nog maar van één de volledige naam herinneren. Mijn biologielerares juf Alink. Ik was stapel verliefd op mijn muzieklerares waarvan ik bij God de naam niet meer weet. Ze was de nuchtere versie van Janis Joplin en zij opende de deuren voor andere muziek dan ik was gewend. Te beginnen met de LP Easy Rider. Ik was meteen verkocht.
Maar mijn absolute favoriet was de juf van het vak waar ik het slechts in was. Mijn lerares Frans. Juf Mai…. en verder kom ik niet. Zij vond, ondanks mijn waardeloze prestaties, dat ik een uitzonderlijk taaltalent was. Ze overtuigde met zachte stem. Als zij fluisterend sprak was de klas stil. Iedereen verstond haar. Ze had geduld met iedereen en gaf mij onevenredig veel aandacht. Aan het eind van de MAVO ‘smeekte’ ze mij om vooral door te gaan met Frans. Uiteraard stelde ik haar teleur. Met de wetenschap van nu had ik naar haar geluisterd. Maar zo werkt het nu eenmaal niet.
Directeur Koeman, Adjunct Directeur van Rosmalen, teken- en handarbeidleraar Teeling, wiskundeleraar Boontjes, leraar Engels Eysink, de clowns van de Fontein MAVO van Vleuten en Smit, respectievelijk leraar Duits en Nederlands hebben niet het recht de plaats in te nemen van de lieverds. Maar doen het toch. Geen idee waarom mijn geheugen namen van lieve mensen wenst te vergeten. Daar is vast wel een psychologisch verantwoorde verklaring voor. Ik ken ‘m in ieder geval niet.
Kut theezakje.
Geef een reactie