Menno Voorwinde, 4 november 2025

De oer-ex, moeder van mijn oudste dochter en vriendin voor het leven, kwam van de week weer eens op de koffie. Vrolijk en enthousiast als altijd.

Ze is psychologe en al ruim drie decennia actief in haar vakgebied. Omdat geen enkele wetenschap stilstaat, moet zij zich regelmatig bijscholen. Dat is van extra belang nu ze de jongere generatie onderwijst. In de voorbereiding kwam ze een fenomeen tegen waarbij ze aan mij moest denken.

Ze liep via de achterdeur naar binnen en met haar jas nog aan vroeg ze wat ik wist van neuronen. Ik sjokte achter haar aan en gebruikte die tijd om even na te denken. Mijn gedachten maakten al gauw de verbinding dat neuronen verbindingen zijn in de hersenen. Ze vertelde verder met handgebaren die wezen dat die neuronen vanuit bepaalde punten andere verbindingen maken. “Dendrieten!”, riep ik uit. Ze knikte en vertelde door.

Er zijn wetenschappers die hebben ontdekt dat neuronen doelgericht verbindingen zoeken gebaseerd op emotie die ze vervolgens versterken. “What fires together, wires together,” legde ze uit. Nu is die term niet nieuw, noch het fenomeen (het principe waaraan die kreet ten grondslag ligt is een theorie van Donald Hebb uit 1949. De kreet zelf wordt toegeschreven aan Carla Shatz, een wetenschapper die, onder andere, de theorie verder heeft ontwikkeld). De recente ontdekking gaat verder dan de oorspronkelijke theorie van Hebb, maar vindt wel zijn basis daarin. Lang verhaal kort: Als iemand in een omgeving leeft die alleen maar positieve prikkels uitstoot, dan wordt het vanzelf een blij ei. Met als bij-effect dat de negatieve verbindingen in kracht afnemen. De verbindingen die door neuronen gemaakt worden gaan verder dan Hebb kon vermoeden. Waarom Janny (de oer-ex) dan aan mij moest denken? Zij vindt mij – en ze is niet de enige – somberder dan dat ik normaal ben. Ik heb daar zelf weinig van gemerkt, maar als ik erover nadenk heeft ze een punt.

Ik verkeer al een tijd in een omgeving waarin sombere, trieste, soms wanhopige maar voornamelijk negatieve prikkels in de meerderheid zijn. Zeg maar de Tweede Kamer, maar dan in mijn bovenkamer. Dankzij die theorie valt te duiden waarom ik mijn stemming over het algemeen somber is, maar ook wat ik eraan kan doen. De somberheid is sterk in mij, zou Yoda zeggen. Ik hoef het niet te bestrijden, ik moet simpelweg z’n tegenhanger stimuleren.

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan in een brandende wereld.

Aan de andere kant wordt de noodzaak drukkender. Op deze, tot nu toe, 400 woorden zit ik al drie dagen te soppen. Het komt er maar moeizaam uit. Dit komt, en dit weet ik uit ervaring zeker, omdat een te grote hoeveelheid somberheid verlammend werkt op mijn zin om te schrijven. Terwijl dat uiteindelijk het liefst is wat ik doe. Dit wordt nog versterkt dat ik me de laatste tijd nogal een doemprofeet vindt. Mijn angsten die voortkomen uit de toestand van de wereld in combinatie met mijn beperkte mogelijkheden tot ordinair vertier, maken mij tot iemand die ik zou verfoeien als ik het niet was.

Tijd om van de zeepkist af te stappen en mijn beschimmelde optimisme wat op te poetsen. Ik hoor de somberte al protesteren.

 

Disclaimer: Lees gratis, doneer vrijwillig.

Met trots aangedreven door WordPress


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *